Ik lust Zappa niet mer

By Frits Boer

Aloha, December 3, 1971


In mijn geërgerde bui na de persvoorstelling van '200 Motels' heb ik Rogier en Gerard een stuk beloofd over Zappa's film 'en nu heb ik daar spijt van omdat ik door een verhuizing geen tijd heb. Maar laat ik dan maar wat praterig vertellen wat ik van '200 Motels' vind, om er eventueel Iater nog wat grondiger op in te gaan.

Ik vind '200 Motels' een uiterst slechte film. Om een paar redenen: (1) de schoolkabaret-achtige ongein: (2) hel belazerde akteren van hoofdrolspelers Howard Kaylan en [Mike] Volman: (3) de manier waarop Zappa meent een bijdrage tot de seksuele revolutie te moeten leveren: (4) de impliciete boodschap van de film die luidt: 'Zappa is een genie'.

Ik vind de derde en vierde reden hel belangrijkst, maar ik wil nog even zeggen dat ik hel een gelukkige omstandigheid vind dat Jeff Simmons op het laatste moment uit de groep liep. Martin Lickert (de chauffeur van Ringo Starr, die ter plekke tot plaatsvervanger van Jeff Simmons werd bevorderd) is samen met Janet Ferguson en Miss Lucy Offerall (die twee groupies spelen) de enige die enigszins verteerbaar akteert. Verder is een uit de nood geboren stuk tekenfilm (dat een oorspronkelijk door Jeff Simmons te pelen scene vervangt) het enige leuke tuk uit de hele film (de animatie werd gedaan door Chuck Swenson, met grafische bijdragen van de grafikus van de Mothers: Cal Schenkel).

Ik vind he moeilijk om precies onder woorden te brengen wat me zo ergert aan nummers als 'Penis Dimension', waarin Zappa naar het schijnt een soort satire over seksuele hang-ups heeft willen neerleggen. Ik denk lat het me met name ergert dat Zappa zich zo duidelijk hoven zijn medemensen stelt – hij schrijft over domme mensen die zich over de grootte van hun penis ongerust maken, of over domme meisjes die geil worden door het idee met een beroemde popster naar bed te kunnen.

Zappa parodieert mensen die hij begint als 'dwerg' af to beelden, om dan zijn kanonnetje op ze te richten. Dit heeft Zappa altijd gedaan, en het is me steeds meer gaan ergeren. Neem bijvoorbeeld de persmap die hij bij '200 Motels' uitgegeven heeft – daarin staat een gesimuleerd interview, waarin natuurlijk de journalist weer als een debiel afgebeeld moet worden, waardoor Zappa op de bekende rustige manier alles nog eens kan uitleggen zonder zich te storen aan zoveel domheid.

Ik heb eens geschreven dat ik geloof dat Zappa's achteruitgang (die naar mijn idee inzet na 'We' re only in it for the money', al mag 'Uncle Meat' er nog wel wezen) te maken heeft met het feit dat hij zichzelf te goed is gaan vinden. De neiging om je boven je medemensen te verheffen berust ook op het idee dal je iets heel bijzonders bent.

Nu, bijzonder is Zappa in zoverre dat hij voortreffelijke muziek gemaakt heeft, maar wanneer hij het in beeld is (maar zich laat spe heeft, maar wanneer hij het als 'intelligent kommentator van maatschappelijke fenomenen' maar steeds niet verder kan brengen dan het bekritiseren van door hem zelf gekeerde karikaturen van dertienjarige groupies en liefhebbers van glimmende automobielen, en wanneer hij steeds maar de indruk moet wekken of er naast de Mothers alleen nog maar groepen als Black Sabbath en Grand Funk Railroad bestaan, dan meen ik dat Zappa geheel ten onrechte aanspraak maakt op bijzonderheid waar het zijn niet-muzikale ideeën betreft.

Ik herinner me dat Zappa er zich in 1966 tegenover mij over beklaagde dat er zoveel onbegrip bestond in de Verenigde Staten voor het door hem gemaakte werk. In een van de gesprekken die ik jaren later met hem had vroeg ik hem hoe hij de algemene erkenning die hem inmiddels ten deel gevallen was beleefde. Het bleek dat hij zich nog helemaal niet erkend voelde, en hij beklaagde zich er nog steeds over dat niemand wezenlijke belangstelling voor zijn muziek had.

Nu kunnen de op dat moment bestaande financiële moeilijkheden van The Mothers een beetje mede-oor-zaak geweest zijn van deze ontevredenheid, maar ik vroeg me toen wel af wanneer Zappa zich wel erkend zou voelen, aangezien hij inmiddels in zowat elk bock of tijdschrift over pop als het grote genie van de progressieve muziek werd afgespiegeld.

Ik vrees dat Zappa het zeer hoog in de bol heeft en dat dat zijn zelfkritiek op jammerlijke wijze laat falen. Juist die persoonsverheerlijking die impliciet in '200 Motels' aanwezig is vind ik het meest stuitende aan de film.

Terwijl Zappa zelf vrijwel niet in beeld is (maar zich laat spelen door een verklede BeatIe), gaat de laatste scene van de film over het feit dat in feite de hele film doortrokken is van Zappa, en dat alles wat die kleine mensjes in de film allemaal mogen hebben laten zien in werkelijkheid het werk is van de grote Zappa, wiens portret dan ook even door hel beeld heen komt. Je kunt me niet wijsmaken dat dit als 'zelfspot' moet worden beoordeeld, want daarvoor werd het op het verkeerde moment (de finale) gebracht.

Het pijnlijke van deze scene vond ik overigens dat deze verheerlijking van Zappa een film besloot die zeer duidelijk maakt hoe Zappa in een artistiek slop is geraakt.

Frits Boer